Aan de ingang van de DAB+ zender wordt een continue digitale stream van bits aangeboden die afkomstig is van de (Ensemble)-MUX. De bitsnelheid (bit/s) hangt af van hoeveel radio’s de MUX bevat. Hoe meer radio’s, hoe meer audiobits en hoe hoger de bitsnelheid aan de ingang van de zender. Dit kan gaan van 114 kbit/s voor één radiostation (van 64kbit/s) tot bijna 1217 kbit/s voor 12 radiostatios (van 96kbps) of 18 stations (van 64kbit/s). De snelheid van de bitstream aan de ingang van een DAB+ zender heeft dus geen vaste bitsnelheid aan zijn ingang, deze is afhankelijk van het aantal radiostations en hun audio bitsnelheid. Deze transmissie tussen (Ensemble)-MUX en zender kan via verschillende verbindingen verlopen en zal later in detail besproken worden.
Het eerste wat de zender doet met deze bitstream is de bitstream coderen. Deze codering heeft niets te maken met de audiocodering (HE-AAC). De audio is namelijk reeds gecodeerd in HE-AAC v2 voor de ingang van de MUX.
De hele coderingsmethode heeft tot doel de stream afkomstig van de MUX op verschillende manieren te versleutelen en een aantal bits toe te voegen waarmee de ontvanger ook fouten kan herstellen. Deze versleuteling is eigenlijk standaard bij digitale transmissies en heeft tot doel de digitale transmissie bedrijfszekerder te maken.
De DAB+ zender zal de gecodeerde stream in aparte groepen van 3072 opeenvolgende bits behandelen. Denk eraan dat door de toegevoegde bits voor de voorwaardse errorcorrectie, er nu eigenlijk meer bits zullen zijn dan het aantal ontvangen bits van de MUX. De groepjes van 3072-opeenvolgende bits, zullen per twee opeenvolgende bits aangeboden worden aan 1536 draaggolven (2 bits per draaggolf). De zender zal deze 3072 bits uitzenden gedurende 1 ms.
De OFDM modulatiemethode werd al midden de jaren 60 bedacht. Tot de jaren 80 was het met de toen bestaande elektronica quasi onmogelijk om deze methode praktisch te realiseren. De precisie van iedere modulator en zijn draaggolf was in de praktijk moeilijk te realiseren en zo bleef het systeem eerder beperkt tot een 30-tal draaggolven en meestal in labo omgeving. Het was ook economisch ondenkbaar dergelijke electronische schakelingen te fabriceren voor massaproductie. De oplossing kwam er pas door de opkomst van snellere signaal processoren. De opkomst van deze processoren, aan marktconforme prijzen, maakt OFDM-modulatie op grote schaal mogelijk.

In groepjes van 3072 bit gaat een DSP (processor) het spectrum samenstellen: 1536 draaggolven gemoduleerd met elk 2 bit. De snelheid waarmee dit gebeurt is 1 duizendste van een seconde (1 ms). Dit is nodig omdat de dicht bij elkaar liggende draaggolven (op 1kHz afstand) elkaar niet zouden storen. De regel is simpel: de afstand tussen de draaggolven moet exact de modulatiefrequentie zijn, 1kHz afstand komt overeen met een periode van 1/1000 seconde. Men zegt dat de draaggolven Orthogonaal zijn (de “O” in OFDM). Het resultaat van de berekeningen resulteert in twee tijdssignalen (het I-signaal en Q-signaal). Dit tijdssignaal wordt berekend door toepassing van het algoritme van de “Inverse snelle (Fast) Fourier Transformatie (IFFT)”.
Dan rijst de vraag: waarom twee signalen I en Q (of Q/I signaal)?. I/Q staat voor enerzijds het I-signaal (In faze) en Q-signaal (in Quadratuur = 90° verschoven). Reden is dat het baseband signaal moet verschoven worden naar de uiteindelijke DAB+ frequentie. Als je aan de I-ingang en Q-ingang van een I/Q modulator hetzelfde signaal aanlegt, dan krijg je een dubbelzijband signaal (tweemaal het baseband signaal in spiegelbeeld met onderdrukte draaggolf). Leg je echter verschillende signalen aan de ingang van de UP-CONVERTER, zoals de I-uitgang en Q-uitgang van de OFDM-MODULATOR, dan ga je slechts één zijband opwekken. M.a.w. je verschuift het baseband signaal naar een hogere frequentie en dat is nu juist de bedoeling van de up-converter. De I/Q modulator speelt een grote rol in digitale modulaties en dus zeker ook in DAB+. We proberen, zo snel mogelijk, de werking van deze modulator uitvoerig te verklaren op onze webpagina.
Na een DAC (digitaal Analoog Converter) gaan de analoge baseband I/Q signalen terug naar een I/Q modulator om ze te converteren naar de zendfrequentie (verschuiving in het frequentiespectrum).
Nu dient dit signaal nog enkel versterkt te worden en via een filter toegevoerd te worden aan de zendantenne.