In een vorig artikel hadden we het al over vermogens van DAB+ installaties. Er is echter een mogelijkheid om het vermogen van een DAB+ zender ‘schijnbaar’ op te drijven.
Eerst even de relatie tussen vermogen en dB uitleggen. Als je een zender een vermogen heeft van 100W en je wil dat vermogen met 3dB verhogen, dan moet je het zendvermogen tot 200W verhogen.
Onthoud: het DUBBELE (x2) van het vermogen komt overeen met +3dB meer
Wil je het zendvermogen nog eens 3dB verhogen, dan moet je de zender (die op 200W staat) al op 400W instellen. In verhouding tot het vermogen van 100W, staat je zendvermogen nu +6dB hoger. Let op het onderlijnde woord “verhouding”, want dat is wat dB’s weergeven: VERHOUDINGEN.
Bij vermogen kan men zeggen dat +3dB het dubbele vermogen is en +6dB het viervoudige is.
-3dB is dan weer de helft van het vermogen en -6dB een vierde van het vermogen.
Onthoud: dB’s zijn zonder eenheid en geven enkel verhoudingen weer (geen grootheden)
Je kan dat ook toepassen met 1000W: wil je een zender van 1000W met 3dB opdrijven, dan moet de zender op 2000W gezet worden. Wil je het zendvermogen +6db hoger instellen, dan zal het vermogen van de zender 4000W worden.
Waarmee kan de foutcorrectie ons helpen?
In de rubriek DAB+ voor dummies hebben we het al gehad over de foutcorrectie die men toepast. In de praktijk werkt het heel wat ingewikkelder, maar laat ons hier het begrip eenvoudig uitleggen.
Een DAB+ zender kan audiodata aan 2304 kilo bits per seconde doorsturen. Dat is voldoende voor 12 radio’s met een kwaliteit van 96Kbps en een foutcorrectie type 3A.
Stel, je rijdt onder een brug waardoor je ontvanger een bepaalde bitcombinatie niet ontvangen heeft, dan krijg je onderbroken muziek. Maar als de zender diezelfde bitcombinatie twee keer na elkaar doorstuurt, dan is de kans al veel groter dat je ontvanger het de tweede keer wel goed gehoord heeft, wanneer je onder de brug uit bent. Je kan de combinatie zelfs drie keer opsturen, nog meer kans op succes…
Maar zoals reeds gezegd, je hebt maar 2304 kilo bits. Als je twee keer opstuurt, dan heb je 1152 kilo bits nodig voor de eerste keer en 1152 kilo bits voor de foutcorrectie bits.
Ga je de informatie drie keer doorsturen, dan heb je maar 768 kilo bits meer als audio capaciteit, want je hebt nog 2 keer 768 kilo bits nodig om meer foutcorrectie informatie mee te sturen.
Als je zo gaat rekenen, zou je denken: de helft van 12, dan is er nog ruimte voor 6 radio’s en bij een derde van 12 is het 4 radio’s. Ja, dat is wat we willen duidelijk maken.
Maar!!! De uitleg zoals we hem hier weergeven, is eigenlijk wel heel erg kort door de bocht. De verhoudingen zitten heel wat anders. Het hele systeem rond foutcorrectie zit veel complexer in elkaar, wil je de theorie graag in detail weten, dan is er daarover (weldra) een onderdeel in de rubriek “DAB+ voor gevorderden”.
Onderstaand diagram geeft de juiste verhouding weer:

De nationale zenders werken in de standaard FEC code 3A. Er bestaan ook nog 3B en 4A, dan kunnen er nog meer radio’s op één mux, maar die zijn voor ons niet interessant.
De foutcorrecties 2A en 1A, zijn wel heel interessant voor lokale radio.
In errorcorrectie 2A kunnen er nog 9 radio’s aan 96kbps tegelijk in één mux, in code 1A kunnen er 6 radio’s aan 96kbps tegelijk in één mux.
Wat is er nu zo interessant aan die verhoogde foutcorrectie?
Door de opgedreven foutcorrectie lijkt het alsof het ontvangstcomfort verbeterd is en niet zomaar een klein beetje.
Van code 3A naar code 2A tot zo’n 3dB, van code 2A naar code 1A ook weer tot ongeveer een 3dB.
Nu gaan we even terug naar het begin van de tekst. Daar hadden we het over 1000W. Als je het ontvangstcomfort wil verhogen met 3dB dan moest je het zendvermogen verhogen tot 2000W.
Bij DAB kan je het ontvangstcomfort dus niet alleen verhogen door het vermogen van de zender te verhogen, maar ook door voor een andere en betere foutcorrectie te kiezen.
Stel dat je een mux hebt die samengesteld wordt met slechts 9 radio’s, dan kan je in plaats van voor foutcorrectie code 3A, net zo goed voor code 2A te kiezen. De zender van 1000W krijgt hierdoor een “schijnbaar” vermogen van 2000W. Het zal misschien niet gauw voorkomen, maar als je slechts met 6 lokale radio’s op één mux gaat uitzenden, dan kan je de zender in foutcorrectie 1A zetten. Dan heeft je zender van 1000W plots een “schijnbaar” vermogen van 4000W.

Voor- en nadelen:
De voordelen van een kleinere zender van bijvoorbeeld 1000W, waarvan je het ontvangstcomfort kan opdrijven door voor een betere foutcorrectie te kiezen, zijn duidelijk:
- Een zender met lager vermogen is uiteraard veel goedkoper dan een zender met hoger vermogen, DAB+ zendinstalaties tot zo’n 1000W zijn best betaalbaar, daarboven loopt de kostprijs al snel hoog op
- Een kleinere zender verbruikt uiteraard ook minder energie en dat over de volledige levensduur van de installatie
- Voor een zware zender is het ook veel moeilijker om binnen de stralingscriteria te blijven, het verkrijgen van een conformiteitattest verkrijgen wordt dan ook moeilijker
Het nadeel is dat er minder radio’s op één MUX kunnen.
Conclusie:
De keuze van het zendervermogen zal bijgevolg ook afhangen van het aantal radio’s dat over één mux verdeeld wordt.
Noot:
Een dab+ zender verstuurt een stream van 2304kbit/s aan audio informatie (inclusief foutcorrectie data), dat is de totale capaciteit van de zender. Het gedeelte audio daarvan is 1152kbit/s, als je alle kanalen zou uitzenden aan 96kbps en met foutcorrectie 3A (1/2).
De dB-waarden, vermeld in dit artikel, zijn voor de eenvoud afgerond. In werkelijkheid zal het effect kleiner zijn, maar waarneembaar.
Wie de theorie graag wil kennen, verwijzen we graag naar de rubriek DAB+ voor Gevorderden.