Hoe zit de DAB+ transmissieketen in elkaar?
Een belangrijk verschil voor de broadcaster is dat de DAB+ zender niet het enige apparaat is dat je nodig hebt om te gaan uitzenden. Dat is een groot verschil met FM, waar je met de audio rechtstreeks (al dan niet via MPX) in de zender steekt.
De DAB+ zender wordt niet rechtstreeks met audio gevoed. Maar met een Ensemble Multiplex signaal dat alle audio en data bevat die nodig zijn om een DAB+ signaal uit te zenden. De Ensemble Multiplex ontvangt op zijn beurt de individuele gecodeerde (AAC) radiokanalen. Daarom heb je ook verschillende Encoders nodig.
Dit betekent dat voor het uitzenden van DAB+ signalen minstens 3 apparaten nodig zijn:
een DAB+ (AAC) audio-encoder (één per radiostation)een Ensemble MUX om de deelnemende radiostations te multiplexeneen DAB-zender om het signaal uit te zenden
Je hebt minimaal 3 apparaten nodig om DAB+ uit te zenden:ENCODER * MUX * DAB ZENDER
DAB+ is een gedistribueerd systeem. De 3 apparaten hoeven zich niet op één locatie te bevinden. Ze kunnen verspreid zijn over verschillende locaties en met elkaar communiceren via specifieke transmissieverbindingen of IP-netwerken.
Soms kunnen de “DAB+ audio encoder” en de “DAB+ MUX” hetzelfde apparaat zijn, vaak de “DAB+ headend” genoemd. ”
De “DAB+ headend” is puur software en vereist meer computervaardigheden dan radiotechnische kennis. Hoewel het voor het configureren van “DAB+ audio encoders” en Ensemble Multiplex functies noodzakelijk is om de DAB+ principes te begrijpen. Dit is waar lokaal.digitaal.vlaanderen om de hoek komt kijken om radiomanagers en technisch personeel te helpen het DAB+ systeem optimaal te benutten.